Bij de verwerking van persoonsgegevens volgen wij verschillende beginselen om de fundamentele rechten en vrijheden van personen te beschermen overeenkomstig de BCR. Elke entiteit moet bij de verwerking van persoonsgegevens de volgende beginselen in acht nemen:
Principe 1: Rechtmatigheid
Beschikken over een gedocumenteerde rechtsgrondslag voor het verzamelen, gebruiken en verwerken van persoonsgegevens. Deze rechtsgrondslagen zijn limitatief opgesomd. Voorbeelden zijn:
- De verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst met de betrokkene, zoals personeels- en verkoopovereenkomsten
- De betrokkene heeft toestemming gegeven
- De legitieme belangen van Fresenius zijn groter dan de negatieve gevolgen voor de individuen
- De noodzaak om te voldoen aan andere wettelijke verplichtingen, zoals belastingwetten, vigilantie-eisen of GxP-vereisten
Voor speciale gegevenscategorieën, zoals gezondheidsgegevens, zijn aanvullende rechtsgronden nodig.
Indien lokale wetgeving aanvullende of afwijkende bepalingen vereist, moeten deze ook worden gevolgd (dit kan bijvoorbeeld relevant zijn voor werknemersgegevens).
Principe 2: Transparantie en bilijkheid
Persoonsgegevens eerlijk en transparant behandelen. Betrokkenen voor of bij het verzamelen en gebruiken van persoonsgegevens informeren over:
- Wie is verantwoordelijk en hoe kunnen we gecontacteerd worden
- Welke gegevens worden verzameld
- Hoe de gegevens worden verzameld
- Waarom we de gegevens nodig hebben (doel)
- Met welke organisaties de gegevens worden gedeeld
- Het delen met andere landen
- Hoe lang de gegevens worden opgeslagen
- De rechtsgrondslag voor het verzamelen en gebruiken van gegevens en een toelichting daarop (principe 1)
- Indien de personen worden geprofileerd
- Als we geautomatiseerde beslissingen nemen
- Als de gegevens moeten worden verstrekt en wat er gebeurt als dat niet gebeurt
- De contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming en de autoriteit
- De rechten die de betrokkenen hebben.
Al deze informatie moet volledig en in een gemakkelijk toegankelijke vorm worden verstrekt, in duidelijke en heldere taal.
Principe 3: Doelbinding
Persoonsgegevens uitsluitend gebruiken voor specifieke, expliciete en legitieme doeleinden waarvoor ze zijn verzameld. Verder gebruik is niet toegestaan, tenzij dit verdere gebruik in overeenstemming is met het oorspronkelijke doel en/of aanvullende maatregelen worden genomen.
Doeleinden voor verdere verwerking die over het algemeen in overeenstemming met het oorspronkelijke doel worden geacht, zijn:
- Archivering
- Interne audits
- Onderzoeken.
De (L)DPA kan advies verstrekken of een wijziging van het doel kan worden toegestaan. In het geval van een toegestane wijziging van het doel, moeten personen op de hoogte worden gebracht van dergelijke wijzigingen.
Principe 4: Gegevensminimalisatie
Enkel persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het vastgestelde doel dat aan de betrokkene is meegedeeld, verzamelen en gebruiken. Dat betekent dat de persoonsgegevens relevant moeten zijn en niet buitensporig in het kader van het doel.
Principe 5: Nauwkeurigheid
Persoonsgegevens accuraat en actueel houden. Er moeten procedures worden toegepast om ervoor te zorgen dat onjuiste gegevens onverwijld worden gewist, gecorrigeerd of bijgewerkt.
Principe 6: Opslagberking
Bewaar persoonsgegevens niet langer dan nodig is voor het doel waarvoor ze zijn verzameld, tenzij dit wettelijk verplicht is. In dat geval moet de toegang ertoe worden beperkt. Persoonsgegevens verwijderen of anonimiseren als er geen wettelijke reden of doel meer is.
Principe 7: Veiligheid, integriteit en vertrouwelijkheid
Passende technische en organisatorische maatregelen nemen om persoonsgegevens te beschermen tegen vernietiging, verlies, wijziging, openbaarmaking of toegang tot persoonsgegevens (bijvoorbeeld door middel van een passend concept van rollen en rechten, back-up en herstel of door gebruik te maken van versleuteling).
Bij de uitvoering van dergelijke maatregelen moet rekening worden gehouden met de risico's voor de betrokkene. De beveiliging van IT-systemen moet in het licht van deze risico's worden beoordeeld bij het installeren en onderhouden van IT-systemen.
Elke inbreuk op de beveiliging die waarschijnlijk een risico voor de betrokken personen inhoudt, moet worden gedocumenteerd en aan de gegevensbeschermingsorganisatie worden gemeld. Afhankelijk van de situatie moeten dergelijke inbreuken ook worden gemeld aan de toezichthoudende autoriteit, de betrokken personen of andere organisaties.
Principe 8: Verantwoordingsplicht
Kunnen aantonen dat de BCR wordt nageleefd. Dit gebeurt door het opstellen en bijhouden van passende documentatie zoals::
- registers van verwerkingsactiviteiten
- de technische en organisatorische maatregelen die zijn genomen om aan de beginselen inzake gegevensbescherming te voldoen en de risico's aan te pakken.
- risico- en controlebeoordelingen inzake gegevensbescherming
Engagement van verwerkers
Alleen verwerkers inschakelen die voldoende garanties bieden om passende technische en organisatorische maatregelen te nemen zodat de verwerking voldoet aan de vereisten van de BCR en de lokale wetgeving inzake gegevensbescherming. Dit moet worden gewaarborgd door een gegevensbeschermingsovereenkomst tussen de betrokken entiteit en de verwerker.
(Verdere) Transfer van persoonsgegens
Maatregelen implementeren om de doorgifte van persoonsgegevens aan andere organisaties buiten de EEA afdoende te beveiligen met inachtneming van de BCR. Dit kan gebeuren door met de andere organisatie standaardcontractbepalingen overeen te komen zoals die door de Europese Commissie zijn vastgesteld.